This is an example of a HTML caption with a link.



Wat is een aardbeving?



De aarde bestaat uit meerdere lagen. De buitenste laag is de aardkorst. Deze korst is onder land tussen 30 en 60 kilometer dik en onder de oceaan soms maar 5 kilometer dik. Een aardbeving ontstaat bij een trilling in deze aardkorst.


Meestal wordt een aardbeving veroorzaakt door het schuiven van de platen waaruit de aardkorst bestaat. Deze platen zijn voortdurend in beweging en dit kan trillingen veroorzaken. De meeste activiteit van deze platen veroorzaakt geen merkbaar effect in het dagelijks leven, maar zo nu en dan komt er plotseling veel energie vrij binnen korte tijd en trilt een gebied eromheen mee en spreken we van een aardbeving. Dit gebeurt het vaakst op plekken waar de platen aan elkaar grenzen, de breuklijnen.


Schuivende aardplaten


Als een aardbeving ontstaat vanwege schuivende platen rond de breuklijnen, dan kan er sprake zijn van 3 verschillende bewegingen.


De platen worden tegen elkaar aangedrukt

Als twee platen naar elkaar toe bewegen dan kan het zijn dat er geen ruimte meer is tussen de twee delen aardkorst. De platen schuiven dan vaak over elkaar heen, waardoor een aardbeving kan ontstaan. Dit is een langzaam proces, waarbij steeds spanning wordt opgebouwd totdat de platen met een schoksgewijze beweging over elkaar heen glijden.

Schuivende platen
Schuivende aardplaten

De onderste plaat smelt dan omdat hij in de tweede laag van de aarde terecht komt waar het erg warm is. Als de platen die naar elkaar toe schuiven niet over elkaar heen schuiven, maar recht tegen elkaar aan, dan ontstaat er een overvloed aan materiaal dat naar boven wordt gedrukt. Hierdoor ontstaan bergen.


De platen bewegen van elkaar af

Als de platen juist van elkaar af bewegen, dan ontstaat er ruimte in de breuklijn tussen de platen. Hierdoor komt lava uit de tweede laag naar boven. De lava koelt vervolgens af en wordt onderdeel van de aardkorst.


De platen bewegen langs elkaar

Behalve naar elkaar toe en uit elkaar kunnen de platen ook langs elkaar bewegen. Stel je voor dat de platen tegen elkaar liggen, dan beweegt de ene plaat naar boven en de andere naar beneden. Als de platen strak tegen elkaar aan liggen, maar toch langs elkaar willen bewegen, dan wordt eerst veel spanning opgebouwd. Op een gegeven moment wordt de spanning te groot, waardoor de platen met een schok langs elkaar schuiven en een aardbeving ontstaat.


Het schuiven van platen is veruit de meest voorkomende oorzaak van aardbevingen. Andere oorzaken zijn het inslaan van een meteoriet in de aarde, het instorten van ondergrondse grotten of een vulkaanuitbarsting.


De plaats waar een aardbeving plaatsvindt wordt het hypocentrum genoemd. De plaats op het aardoppervlak recht boven het hypocentrum wordt het epicentrum genoemd. Op deze plek is de aardbeving altijd het zwaarst.